Verslag “Helpen onderwijsevaluaties mee aan de kwaliteitscultuur?” d.d. 14 maart 2019
Door: Lothar Kuijper en Danny Scholten (BETA)
Inleiding
Onderwijsevaluaties zijn niet meer weg te denken uit de dagelijkse onderwijspraktijk. Deze dienen als tools om de kwaliteit van het onderwijs te borgen. Maar bereiken ze wel hun doe? Helpen ze bij het tot stand brengen van een kwaliteitscultuur? Met een opkomst van zo’n 30 mensen was deze bijeenkomst een succes te noemen. Studenten, docenten en beleidsmakers ging op een constructieve manier met elkaar in discussie over het gebruik van onderwijsevaluaties op de VU en hebben een aantal aanbevelingen voor verbetering voorgesteld die we in dit verslag hebben samengevat.
Programma:
Belangrijkste bevindingen en aanbevelingen n.a.v. de discussie uitgesplitst per thema
Stelling: “Met de huidige evaluatiesystematiek wordt de juiste informatie ten behoeve van onderwijskwaliteit opgehaald”.
Men is het erover eens dat met de huidige evaluatiesystematiek op zich goede informatie t.b.v. onderwijskwaliteit wordt opgehaald. Deze is echter niet volledig. Het is meer een quickscan/thermometer van het vak. Er is namelijk geen verband tussen studenttevredenheid en leerrendement (Uttl et al., 2017). Hans van Hout merkt op dat het raar zou zijn als er wel een verband tussen zou worden gevonden. Natuurlijk helpt motivatie bij het leren, maar als studenten door de bank genomen niet heel enthousiast zijn over een vak wil dat niet zeggen dat ze er niet veel van geleerd hebben.
Aanbevelingen
Stelling: “Onderwijsevaluaties worden voldoende serieus genomen”
Er wordt genoemd dat vooral studenten de evaluaties niet serieus nemen. Het is in veel gevallen niet veilig om een evaluatierapport zomaar openbaar inzichtelijk te maken vanwege de toon van veel studenten in hun geschreven feedback. We vinden het misschien te vanzelfsprekend dat zowel studenten als docenten weten hoe ze moeten evalueren/feedback geven.
Aanbevelingen
Stelling: “De VU stimuleert studenten in voldoende mate om deel te nemen aan evaluaties”
Stelling: “De representativiteit van evaluaties wordt voldoende meegenomen bij de interpretatie ervan”
Men vroeg zich wel af of het stimuleren van het invullen van onderwijsevaluaties een effect heeft op de evaluatiemoeheid zelf. Het feit blijft dat nog steeds een veelheid aan evaluaties wordt aangeboden. Wel is duidelijk dat stimuleren door bijv. de docent daadwerkelijk een effect kan hebben. Ook vroeg men zich af of evaluatiemoeheid wel zo’n groot probleem is zoals vaak wordt voorgesteld. Uiteraard is dit eerder een probleem voor gesloten vragen dan bij open vragen.
Representativiteit wordt vaak gelijkgesteld aan het aantal respondenten. Echter, uit onderzoek van SOZ blijkt dat er geen correlatie is tussen het aantal respondenten en hoe positief of negatief studenten zich uitlaten over een vak. Dus een laag aantal respondenten is niet per definitie een probleem. Je kunt alsnog hele rijke feedback krijgen uit een evaluatie met weinig maar wel gemotiveerde studenten. Het is belangrijk te weten dat een student eerder geneigd is aan een evaluatie mee te doen als hij/zij een goede binding heeft met de opleiding en het vak.
Aanbevelingen
Opmerking: “KORTERE VRAGENLIJST HEEFT GEEN EFFECT OP RESPONS?” Dat zei de vrouw van groep 3. Is dat echt zo, of alleen een vermoeden? Wellicht even navragen bij SOZ.
Stelling: “De huidige evaluatiesystematiek creëert een onveilige omgeving voor docenten”
Of de evaluaties een onveilige omgeving voor docenten creëeren is vooral afhankelijk van hoe leidinggevenden/opleidingsdirecteuren hiermee omgaan. Men zou nooit mogen worden afgerekend op een daling van kwantitatieve metrics in een evaluatie of op onderwijsevaluaties überhaupt. Docenten zien niet altijd de evaluaties over henzelf. Dit komt omdat alleen de cursuscoördinator toegang heeft tot de evaluatieresultaten.
Aanbevelingen
Stelling: “Evaluaties werpen een drempel op voor het ondernemen van onderwijs-innovaties door docenten”.
Hierbij wordt opgemerkt dat evaluaties juist ook kunnen leiden tot onderwijsinnovaties. Bijvoorbeeld als blijkt dat bepaalde zaken niet goed gaan in een vak. Men vindt het belangrijk dat een docent tijd krijgt om goed te evalueren en te innoveren.
Aanbevelingen
Algemene conclusie
De hele bijeenkomst beschouwende, was iedereen het erover eens dat VU onderwijsevaluaties nuttig zijn en zeker in stand moeten worden gehouden. Alleen als eerdergenoemde aanbevelingen m.b.t. doelmatigheid, effectiviteit, representativiteit, beoordelingsinstrument en onderwijsinnovatie ter harte worden genomen door de verschillende gremia binnen de VU, zal dit er voor zorgen dat onderwijsevaluaties daadwerkelijk bijdragen aan een kwaliteitscultuur.